Vintage kleding, bril, baard, knotje en vaak een tattoo of twee. Een look die meestal wordt gecombineerd met een alternatieve kunst- en muzieksmaak, slowfood en een voorliefde voor de ambachtelijke koffietent op de hoek. We zijn inmiddels allemaal bekend met het fenomeen ‘hipster’. Hoewel deze cultuur vaak wordt geassocieerd met indie, folk of jazzmuziek, moet klassieke muziek niet worden uitgesloten. Tegen de stroom van de gangbare muziek in, biedt de juiste keuze in klassiek de uitgelezen kans je te onderscheiden van de rest.
Van alternatief naar mainstream – en weer terug
De hipstercultuur laat zich uiteraard niet in één hokje plaatsen en is de afgelopen jaren flink veranderd. Zo werden oorspronkelijk de aanhangers van de Amerikaanse ‘Beat generation’ (jonge schrijvers) in de jaren vijftig al hippies genoemd. Deze stroming ontwikkelde zich tot de hippiecultuur in de sixties, toen de termen hipster en hippie door elkaar werden gebruikt. Inmiddels zijn de twee niet meer hetzelfde en kunnen we een hipster het beste omschrijven als een jong persoon die eigentijds en trendy is en onderdeel uitmaakt van een subcultuur. Deze trend kwam op in de jaren negentig, waarbij inspiratie werd gehaald uit de jaren dertig en de jazzcultuur. Vanaf begin deze eeuw werd de cultuur pas echt ‘mainstream’.
Dat maakt het begrip ‘hipster’ dan ook ingewikkeld. Enerzijds draait de cultuur om authenticiteit en visionair zijn. De hipster zet zich af tegen alles wat doorsnee is en loopt het liefst vooruit op trends in de literatuur, muziek- en kunstwereld. Het is een vorm van ‘cultural obscurity’: hoe unieker de band, kunstenaar of componist, des te geschikter het is om naar te luisteren of kijken. En daar wringt het soms, want zodra een nieuwe trend wordt opgepikt, verliest deze ook zijn alternatieve en authentieke karakter. De massa gaat ermee aan de haal. Met andere woorden: hoe hipster is een nerdy bril nog?
Op zoek naar nieuwe geluiden
De continue zoektocht naar iets nieuws en ‘onderscheidends’ geldt ook voor muziek. Klassiek is populair onder deze doelgroep, hoewel de voorkeur meestal niet uitgaat naar ‘mainstream’ Bach of Beethoven. Dat is een kans voor tot nog toe onontdekte muziek. Luisteren naar experimenteel klassiek, onbekende Barokcomponisten, muzikale pioniers of musici over de grens.
Een goed voorbeeld hiervan is Karlheinz Stockhausen (1928-2007). De Duitse componist rebelleerde tegen gangbare compositiestijlen die de klassieke muziekwereld na de Tweede Wereldoorlog domineerden. Muziek moest opnieuw worden uitgevonden en Stockhausen zocht naar nieuwe texturen, ritmes en combinaties van instrumenten. Zo experimenteerde hij als een van de eerste met elektronische muziek. Dissonantie en niet-traditionele muziekvormen schrikten de klassieke wereld op en wordt niet door iedereen evenveel gewaardeerd. Zijn werk vind je dan ook niet zo snel in de doorsnee platenzaak. Stockhausens werk is minder toegankelijk en gaat sneller voorbij aan de alledaagse luisteraar. Toch noemen veel artiesten – waaronder bijvoorbeeld The Beatles – Stockhausen een grote inspiratiebron.
Ook de neo-klassieke muziek is een opkomende beweging van componisten, muzikanten en labels die op zoek zijn naar nieuwe uitingen van klassiek. Zo verbinden postmoderne componisten als Martin Kohlstedt, Ólafur Arnalds, Nils Frahm en Dustin O’Halloran, Nico Muhly en Peter Broderick klassiek met elektronisch.
De componisten zijn jong en verfrissend en benaderen muziek met nieuwe creativiteit. Je vindt elementen van indie rock, hip-hop en dance terug in hun werk. Zo kenmerken de composities van Frahm zich door zorgvuldige pianocomposities en synthesizers, samengebracht door zijn achtergrond als elektronische producer. Ook Martin Kohlstedt geeft met zijn modulaire composities een nieuwe dimensie aan klassieke muziek. En hoewel ze dit inmiddels doen voor een groot en wereldwijd publiek en de neo-klassieke muziek bloeit, begint elke nieuwe stroming met een kleine groep early adopters.
Zoektocht naar authenticiteit
“But what’s more unique and hipster than being a die-hard fan girl for a musician that may not be as well known to the public?” staat er geschreven in een artikel over hipsters op een klassieke muziekforum. En zo is het misschien ook wel. De hipstercultuur draait om authenticiteit en het unieke. Je niets aantrekken van wat gangbaar is en luisteren naar wat niemand anders luistert – soms vooral vanwege het laatste – om te ontdekken welke klassieke muziek jij mooi vindt. Of dat nu Bach, Stockhausen of een nog onontdekt talent is, het gaat om je eigen zoektocht. Kun je toch nog wat hulp gebruiken? Doe dan de ‘how hipster is your taste in classical music’-test 😉.