Mozart stierf arm. Dat is het beeld dat we decennialang hebben gehad van een van ’s werelds beroemdste componisten. Maar klopt dit ook? Had Mozart inderdaad geen cent te makken bij zijn dood of moet dit imago worden bijgesteld? Een duik in de Weense archieven op zoek naar de schatten van Mozart.
Muziek maken is geen luxe
Voor we dieper ingaan op het huishoudboekje van de familie Mozart, zetten we eerst een stap terug in de tijd. Al tijdens zijn jeugd staat Huize Mozart in het teken van het wonderkind, zo ook de financiën. Mozarts vader zette alles opzij om de carrière van zijn zoon te ondersteunen. Als gevolg hiervan moest de jonge componist met optredens bijdragen aan het familie-inkomen. Muziek maken deed hij dus niet vanzelfsprekend voor de lol. Tot zijn achtste toerde de kleine Amadeus samen met zijn zus langs de adellijke hoven van verschillende Europese steden. Daarna zou Mozart veertien jaar lang alleen met zijn vader Leopold rondtrekken. Hoewel ze in steden als Parijs, Amsterdam en Londen laaiend enthousiast waren over het spel van Amadeus, bleef het grote geld waar zijn vader van droomde helaas uit. De adel trok niet massaal de portemonnee zoals van tevoren werd gehoopt.
De eerste klassieke freelancer
Toen Mozart ouder werd, bleven de geldzorgen aan. Lange tijd waren zijn optredens en composities er vooral op gericht financieel rond te kunnen komen. In die tijd was het gebruikelijk dat componisten in dienst werkten van rijke heren, zoals aartshertogen en graven. Een goed voorbeeld hiervan is de componist Haydn, die het grootste gedeelte van zijn leven in dienst was van huize Esterhazy, een zeer rijke en invloedrijke familie uit Hongarije. Aanvankelijk startte ook Mozart zijn carrière op deze manier. Eerst in dienst van de aartsbisschop in Salzburg en later bij de graaf Georg Arco. Toch was deze werkwijze geen goede match met de grillen van de eigenwijze componist. Mozart kwam vaak te laat of zelf helemaal niet opdagen. Oplopende ergernissen bij graaf Arco leidde uiteindelijk tot zijn ontslag. Hierna besloot Mozart ‘voor zichzelf te beginnen’. Hij brak als een van de eerste met de traditie van het ‘in dienst zijn’ en vertrok naar Wenen. Deze vrijheid deed hem goed: hij kon zijn creativiteit de vrije loop laten en was niet gebonden aan contracten of verplichtingen. Aan de andere kant gaf hij ook een grote mate van zekerheid op. Doordat Mozart als een soort freelancer door het leven ging fluctueerde zijn inkomen enorm. Hij moest iedere keer op zoek naar geschikte opdrachtgevers die nieuwe composities bij hem wilden bestellen. En wie betaalt, die bepaalt. Dat betekende ook dat hij zich soms moest schikken naar zijn ‘klanten’. Van het werken met zangers en zangeressen die hij niet zag zitten tot het nakomen van deadlines; het bleef een uitdaging. Met het lesgeven aan rijke studenten (waaronder Beethoven!) verdiende hij daarom nog een extra inkomen.
Een plekje in de Quote?
Het is nu misschien moeilijk om je een voorstelling te maken bij het inkomen van een componist uit de achttiende eeuw. Wat verdiende Mozart eigenlijk in zijn hoogtijdagen? Ruim tien jaar geleden stelden historici vast dat Mozarts financiële situatie een stuk rooskleuriger was dan tot dan vaak gedacht. Hoewel de Oostenrijkse boy wonder grote schulden had bij vrienden en familie, behoorde hij ook tot de (top 5%) grootverdieners van Wenen. Hij stond zelfs te boek als de best betaalde musicus van eind achttiende eeuw. Zo ontving hij een jaarlijkse keizerlijke toelage van 800 florijnen (omgerekend ruim € 250,-) voor de erebaan van hofkamermuziekcomponist. Ook het geven van pianolessen aan rijke aristocraten was een goede business. Daarnaast bleef hij natuurlijk druk bezig met het maken van muziek. Een van de meesterwerken die Mozart componeerde in de Oostenrijkse hoofdstad was de opera ‘Figaro’s bruiloft’.
Uit archiefwerk blijkt dat Mozart in zijn Weense periode jaarlijks maar liefst 10.000 florijn cashte, wat omgerekend op zo’n € 3.300,- neerkomt. Volgens het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis zou dat bedrag vandaag de dag een koopkracht van rond de € 70.000,- per jaar opleveren. Natuurlijk is het lastig dit bedrag één op één om te rekenen, maar het geeft wel een indicatie van Mozarts gunstige financiële situatie. Vooral wanneer je bedenkt dat succesvolle professionals in die tijd rond de 450 florijnen verdiende, zo’n twintig keer minder dan Mozart. Een interessantere vraag lijkt daarom hoe het mogelijk is dat Mozart met zo’n ruim inkomen toch zo veel schulden kon maken?
Componeren met een gat in de hand
Het grootste probleem van Mozart was niet het gebrek aan geld, maar het maken van slimme keuzes voor de toekomst. Zoals de beroemdheden van vandaag leefde ook Mozart naar de standaarden van een superster. Hij reisde veel en zijn gezin woonde groot, verhuisde vaak en had veel personeel in dienst. Zijn dure kledingstijl paste bij zijn status van topmusicus. Bovendien waagde Mozart graag een gokje met kaartspelen of biljart, hoewel experts niet hebben kunnen bewijzen dat gokschulden doorslaggevend zijn geweest voor zijn penibele financiële situatie. Overigens had zijn onhoudbare uitgavenpatroon niet alleen met Mozarts voorkeur voor luxe te maken. De geldzorgen werden ook veroorzaakt door tegenvallende belangstelling voor de concerten (‘Academies’) die hij organiseerde. Daarnaast was zijn vrouw Constanze veel ziek en verbleef zij daardoor meerdere malen in een kostbare spa om te herstellen van haar kwalen. Om dit te kunnen bekostigen vroeg Mozart zijn broer meermaals om financiële ondersteuning. In handgeschreven brieven aan zijn opdrachtgevers, uitgevers en kennissen blijkt dat Mozart hen geregeld smeekte om zijn schulden te betalen.
Erfenis of schuld?
In 1791 overleed Mozart op 35-jarige leeftijd en werd hij begraven op de Sankt Marxer Friedhof. Niet in een statige tombe of een rijkelijk versierd graf, maar na een korte uitvaartmis op een simpele begraafplaats in een eenvoudig graf. Onderzoekers uit Salzburg maakten uit de archieven op dat zijn weduwe Constanze nauwelijks geld had voor een fatsoenlijke begrafenis en dat de gevierde componist voor vele duizenden florijnen aan schulden had. Op het ziekbed voorafgaand aan zijn dood had de overwerkte Mozart nog wel hard gewerkt aan zijn laatste opdracht, het Requiem. Het werk zou nooit voltooid worden, maar een deel ervan werd enkele dagen na zijn dood, op 10 december 1791, in de Michaelerkirche gespeeld tijdens een mis ter nagedachtenis aan de veel te jong gestorven componist.
Hoewel Mozarts financiële schuld onbetaalbaar bleek, is zijn muzikale erfenis niet in geld uit te drukken. Het beeld van een arme componist moet in ieder geval worden genuanceerd. Mozart raakte namelijk vooral in de problemen als gevolg van zijn slechte beslissingen. In tijden van voorspoed gaf hij zijn geld gemakkelijk uit, maar vergat hij te sparen voor de toekomst. Zo ontbrak een financieel vangnet voor de magere jaren. Ruim tweehonderd jaar laten draait het gelukkig alleen nog om zijn muziek.