Je bent er een of niet: een feestbeest in hart en nieren. Zo een die onverminderd doorstoomt wanneer het eigenlijk al voorbij is en iedereen op het punt staat om naar huis te gaan. Het heeft me veel moeite gekost om te accepteren dat ik helaas niet tot deze categorie behoor.
Door: Femke Steketee
Toen ik 15 jaar was vierde ik voor het eerst oud & nieuw buitenshuis. Tot die tijd wuifde ik uitnodigingen met plezier af onder het mom van huisarrest. Ik had er een hekel aan omringd te worden door een zwetende en krioelende massa mensen die als bezetenen hun ledematen laten aandrijven door pompende herrie afkomstig uit levensgrote speakers.
Daar stond ik dan, al luchthappend tussen de deinende menigte met een rode wodka Red Bull (bah!) in mijn handen. Ik was nog geen vijf minuten op het desbetreffende oudejaarsfeest aanwezig toen een knul vlak naast mijn schoenen kotste. Gelukkig nieuwjaar. Vervolgens heb ik stilletjes en ongemerkt rechtsomkeert gemaakt, een talent dat ik in de daaropvolgende jaren tijdens feestjes met verve heb doorontwikkeld.
Het echte feestbeest
Iemand die wél van een feestje hield is de welbekende Johannes Sebastian Bach. Tegenwoordig slikken we pillen in alle kleuren van de regenboog en maken we op voorhand een afspraak in het ziekenhuis om onze maag weer leeg te laten pompen, maar in de tijd van Bach werd er nog feest gevierd in stijl. Bij hem denk je wellicht niet meteen aan een party animal, maar toch was hij het die voor het kerstfeest van 1734 het startsein gaf met de eerste uitvoering van zijn Weihnachtsoratorium. Een oratorium is een groot vocaal werk voor koor, solisten en orkest en dit exemplaar is door Bach speciaal voor kerst gecomponeerd. Hij schreef wel meer feestcomposities, zoals voor de verjaardagen van vorstinnen of prinsen.
Niets is feestelijker dan een verjaardagsfeest dat wordt geopend met een paar paukenslagen en trompetgeschal en deze formule leent zich tevens mooi voor het kerstverhaal. Deze feestcomposities heeft hij daarom hier en daar wat gerecycled en terug laten komen in zijn Weihnachtsoratorium. Slim, want om een oeuvre met een grootte van uiteindelijk 1200 composities te bereiken kon hij natuurlijk geen tijd verspillen.
De nodige kerstvoorbereiding
Met kerst in aantocht is het handig om alvast wat voorwerk te verrichten en het Weihnachtsoratorium enigszins onder de loep te nemen. Het werk bestaat uit zes delen, elk gecomponeerd voor de verschillende feestdagen van Eerste Kerstdag tot Driekoningen. Er klinkt niet alleen feestgedruis, maar je hoort ook prachtige aria’s zoals – de favoriet van ondergetekende – Flößt, mein Heiland, flößt dein Namen, die ook wel bekend staat als de “echo aria”. Het betreft hier religieuze muziek, maar dat betekent niet dat je ook een religieuze achtergrond hoeft te hebben om bij dit feestje van Bach aanwezig te zijn. Dit wordt extra onderstreept wanneer ik op een bekende Nederlandse webshop naar mooie opnames van het Weihnachtsoratorium zoek. Uit de recensies van kopers trok deze in het bijzonder mijn aandacht: “fijne cd om naar te luistere tijdens ‘t autorijde en schoonmake”. Laat het duidelijk zijn. Met Bach is het altijd feest.